Robin Valentijn
Robin Valentijn staat bekend als de vriendelijke ‘bakfietsman’ in Kapelle. U komt hem tegen op fiets- en wandelroutes. In een oranje wegwerkershesje raapt hij troep op die een ander in de natuur achterlaat. Robin ervaart dagelijks hoe vervelend zwerfafval is en probeert anderen te motiveren.
Volle bakfiets per dag
“Door heel het buitengebied van de gemeente Kapelle ruim ik op. Het meeste afval vind ik op de toeristische plekken. Maar ook langs de fietswegen van scholieren of routes van uitzendbureaus richting de kassen. En gelukkig gaat het steeds beter. Waar ik eerder per locatie drie dagen bezig was, doe ik het nu vaak in een dag. Soms laad ik nog steeds meerdere volle bakfietsen in op een B-weg. Van klein afval tot vuilniszakken en drugsafval.”
Op ons eigen bord
“Ik was vrachtwagenchauffeur. Maar sinds een ongeluk gaat werken in vast dienstverband niet meer. De gemeente heb ik toen benaderd met dit idee. Het viel me op dat afval zich opstapelde en ik wilde daar iets aan doen. Ik ben graag buiten en het is heel ontspannend voor mijn hoofd. Het opruimen doe ik voor de mensen, dieren en het milieu. In de fruitkisten van de lokale telers zitten bijvoorbeeld vellen piepschuim die eruit waaien na het sorteren. Het is puur plastic en breekt niet af. Als het kapot gemaaid wordt, is het een ramp om op te ruimen. We grenzen aan de Oosterschelde, met z’n oesters en mossels. Alles wat hier in de sloot verdwijnt gaat als microplastic de Oosterschelde in. En zo krijgen wij het op ons bordje.”
Pure ellende
“In het bos bij Kapelle is laatst een koe doodgegaan vanwege het eten van stukjes blik. Afval is pure ellende. Daarom presenteer ik mezelf zo opvallend mogelijk en zwaai ik naar iedereen. En dat werkt. Chauffeurs herkennen me en degenen die gewend waren een blikje uit het raam te gooien denken nu twee keer na. Ik herken ook de fietsroutes van mensen en spreek hen waar mogelijk aan of schakel hulp in. En het opruimen werkt aanstekelijk. Ik heb grijpers uitgedeeld aan de mensen in het dorp. Zodat ze bijvoorbeeld hun straatje schoon kunnen houden, of een ander favoriet plekje. Zo probeer ik het kleinschalig te promoten. Als iedereen iets meer oog heeft voor het dorp, onze natuur en omgeving, dan komen we er wel.”